De Augustijner Orde, of de Orde van Sint-Augustinus, is een katholieke religieuze orde die is opgericht in 1244 in Italië. De orde werd opgericht door een groep kluizenaars die zich in de buurt van de stad Terni hadden gevestigd en die zich wilden richten op een leven van contemplatie en gebed in navolging van de heilige Augustinus van Hippo.

De orde groeide snel in populariteit en verspreidde zich over heel Europa en later ook naar de rest van de wereld. De Augustijnen werden al snel bekend als geleerden en filosofen, en hun invloed strekte zich uit tot vele gebieden van het kerkelijk en seculier leven. Ze waren actief betrokken bij het onderwijs en de opvoeding, de missionering, de zielzorg, de pastorale zorg voor de zieken en armen, en de artistieke en culturele ontwikkeling.

De orde werd in 1565 geïntroduceerd in de Filipijnen door Spaanse missionarissen, die kwamen met de ontdekkingsreiziger Miguel López de Legazpi. De eerste Augustijnen die naar de Filipijnen kwamen, waren een groep van vijf priesters onder leiding van Fray Andres de Urdaneta.

De Augustijnen waren actief betrokken bij het missionarissenwerk in de Filipijnen en waren een van de belangrijkste religieuze orden die hielpen bij de verspreiding van het christendom in het land. Ze richtten verschillende kerken en kloosters op, en waren actief betrokken bij de opvoeding en het onderwijs van de lokale bevolking. Ook waren de Augustijnen betrokken bij de oprichting van de Universiteit van Santo Tomas, de oudste universiteit van Azië. Ook bouwden ze o.a. de San Agustin Kerk in Intramuros, Manila.

De Augustijnen waren ook actief betrokken bij de oprichting van de San Juan de Letran Universiteit in 1620, die ook werd beheerd door de orde. De universiteit werd later overgedragen aan de Dominicanen.

Vandaag de dag zijn de Augustijnen nog steeds actief in de Filipijnen en hebben ze verschillende kloosters en kerken in het hele land.

Dit bericht is voor het laatst bijgewerkt op 2 april 2023